Is extra aflossen op je hypotheek altijd een goed idee? 5 punten om te overwegen
Het einde van het jaar komt dichterbij. Een goed moment om na te denken over wat je met je spaargeld gaat doen. Extra aflossen op je hypotheek is één van de mogelijkheden.
Aflossen heeft belangrijke pluspunten. Je beperkt zo bijvoorbeeld het risico dat je woonlasten fors oplopen als de hypotheekrente in de toekomst opeens hard stijgt.
Maar is aflossen altijd een goed idee? Als je op je spaarrekening meer dan 30.000 euro hebt staan, kan aflossen je vermogensbelasting schelen en je woonlasten verlagen. Maar als er minder dan 5.000 euro in je spaarvarken zit, is het wellicht niet zo handig om je geld in stenen te stoppen.
Ook zijn er alternatieven die mogelijk interessanter zijn dan aflossen op je hypotheek, bijvoorbeeld investeren in verduurzaming van je huis.
Hierbij vijf overwegingen op een rij waar je rekening mee moet houden, als je nadenkt om extra af te lossen op je hypotheek.
1. Stop niet je hele spaarbuffer in de aflossing
Heel enthousiast worden en al je spaargeld inzetten om een stukje van je hypotheek af te lossen is misschien niet zo’n goed plan.
Je kunt spaargeld namelijk niet zo maar weer terughalen als het geld vastzit in stenen. Als je onverhoopt werkloos wordt of langdurig ziek, heb je opeens geen buffer meer om dat op te vangen.
Een minimaal bedrag wat sowieso op je rekening moet staan is 3.500 euro, volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Maar het aanbevolen bedrag ligt vele malen hoger.
Als je alleenstaand bent, modaal verdient, geen auto bezit en wel een koophuis hebt met een WOZ-waarde tussen 175.000 en 300.000 euro, dan moet je al snel een financiële reserve van 27.000 euro aanhouden. Dit blijkt uit de spaarcalculator van het Nibud. Hiermee kun je onverwachte uitgaven, zoals kapotte apparaten of groter huisonderhoud, comfortabel opvangen.
2. Bereken goed wat het je oplevert
Wat je opschiet met extra aflossen op je hypotheek, kun je ook berekenen. Dat geeft je snel inzicht in hoe je woonlasten zullen ontwikkelen.
We nemen een voorbeeld: een huis met een WOZ-waarde van 300.000 euro en een hypotheek van hetzelfde bedrag, waarop je 10 procent extra aflost, oftewel 30.000 euro. Die 10 procent is niet willekeurig gekozen. Bij de meeste geldverstrekkers kun je jaarlijks 10 tot 15 procent boetevrij aflossen.
We gaan uit van een aflossingsvrije hypotheek, waarbij de rente voor 10 jaar is vastgezet tegen 2,4 procent. Verder maken we de aanname dat het spaargeld gewoon op een internetspaarrekening staat, waarvoor momenteel een minieme rente van 0,03 procent geldt bij grootbanken.
In dit scenario levert een aflossing van 10 procent 732 euro aan lagere bruto woonlasten per jaar op. Als de 30.000 euro al je spaargeld is, val je hiermee precies onder de vrijstelling van de vermogensheffing in box 3. Je betaalt dus geen vermogensrendementsheffing.
Maar stel dat je meer spaargeld hebt, bijvoorbeeld 57.000 euro. Je zet 30.000 euro in voor aflossing en houdt daarna nog 27.000 euro over, conform het Nibud-advies. Dan is het jaarlijkse voordeel van aflossen hoger. Dit komt omdat je over het vermogen boven de 30.000 euro vermogensbelasting moet betalen. Als je door af te lossen onder de grens van de vrijstelling komt, bespaar je op de vermogensrendementsheffing.
3. Los slim af en pak rentekorting
Als je slim aflost, kun je mogelijk ook een rentekorting van de bank krijgen. Geldverstrekkers delen iedereen in in risicoklasses en berekenen de daarbij horende hypotheekrente.
De risicoklasse is gebaseerd op de LTV (loan to value), oftewel de verhouding tussen de hoogte van je hypotheek en de waarde van je huis. Dus als je opeens 10 procent aflost, wordt het risico voor de bank lager, omdat je hypotheek lager is vergeleken met de woningwaarde. Dit kan ertoe leiden dat de bank een minder hoge risico-opslag toepast voor de hypotheekrente.
4. Niet aflossen, maar je rente vastzetten
De grote vraag is natuurlijk: is nu extra aflossen op je hypotheek de slimste zet? De rente voor een lange tijd vastzetten en lang van je hypotheek genieten is ook een aantrekkelijk alternatief.
De hypotheekrente schommelt nu rond een historisch minimum. Dus nu heb je juist een unieke kans om deze lage financieringskosten voor een lange periode vast te zetten.
Natuurlijk moet je blijven opletten. Hoe langer de rentevaste periode, hoe hoger de hypotheekrente die je betaalt. Zo betaal voor 20 jaar vast al gauw 3,09 procent zonder NHG-garantie en bij 30 jaar vast 3,59 procent, volgens de Hypotheekshop.
Ook kun je niet altijd je lage hypotheekrente meenemen als je verhuist. Daarom moet je goed nakijken wat er in de hypotheekvoorwaarden staat als je een nieuwe rentevaste periode overweegt.
5. Doe meer met je geld: verduurzamen van je huis is meer rendabel dan aflossen
Terugkerend op het rekenvoorbeeld hierboven: met een aflossing van 30.000 euro dalen je woonlasten bruto met 732 euro per jaar. Het nettovoordeel ligt wat lager, als je gebruikmaakt van de hypotheekrenteaftrek. Heb je bijvoorbeeld een aftrekvoordeel van 42 procent, dan is de nettobesparing 425 euro.
Omdat de variabele spaarrente zo goed als nul is, zijn lagere woonlasten best aantrekkelijk. Maar je kunt ook andere dingen doen met je geld en voor een hoger rendement. Bijvoorbeeld je huis beter isoleren of investeren in zonnepanelen.
Door spouwmuur- of dakisolatie te installeren, kun je al een hoger rendement behalen dan als je aflost, suggereert de Hypotheekshop in de nieuwsbrief van deze week. Dat geldt vooral voor woningen die vóór het jaar 2005 gebouwd zijn en nog geen A-label hebben.
Een lagere energierekening die betere isolatie oplevert, kan veel schelen. Zeker als stroom- en gasprijzen blijven stijgen, zoals in de afgelopen maanden is gebeurd.
Kortom, denk bij extra aflossen op je hypotheek ook even aan de alternatieven.